Boomkikker
Boomkikkers leven voornamelijk in bomen en verlangen een hoog terrarium.
De grootte hangt af van de activiteit en het territoriumgedrag van de kikkers.
De inrichting van het terrarium kan u maken met stronken en lianen.
Beplant het terrarium met grootbladerige planten. Een aantal grote bladeren moeten vlak boven een vrij groot watergedeelte hangen.
Alfhankelijk van de soort moet het water verwarmd worden.
Boomkikkers leven voornamelijk in bomen en verlangen een hoog terrarium.
De grootte hangt af van de activiteit en het territoriumgedrag van de kikkers.
De inrichting van het terrarium kan u maken met stronken en lianen.
Beplant het terrarium met grootbladerige planten. Een aantal grote bladeren moeten vlak boven een vrij groot watergedeelte hangen.
Alfhankelijk van de soort moet het water verwarmd worden.
Pijlgifkikkers
Pijlgifkikkers hebben hun algemene naam te danken aan de indianen van de tropische regenwouden, die hun pijltjes over de giftige (curare) slijmhuid van de kikkertjes wrijven.
De pijlen worden met blaaspijpen op meestal kleinere dieren afgeschoten. De gifpijltjes veroorzaken een vrij snelle verlamming bij bv. aapjes of vogels.
Gifkikkers vallen op door hun uitgebreidheid van felle kleuren. Hiermee schrikken ze vooral hun belagers af, die snel leren dat de kleuren gevaar betekenen.
Gifkikkers zijn meestal 1 tot 7cm groot, slank gebouwd en zeer kleurrijk. De dieren zijn zelden schuw en vertonen vaak leuk gedrag. Ze 'fluiten' veel (mannetjes). Het gemaakte geluid bestaat meestal uit korte, hoge piepjes.
De pijlgifkikkers komen in Zuid- en Midden- Amerika voor, alleen in vochtige, tropische bossen met weinig temperatuursverschillen, en een hoge luchtvochtigheid. Over het algemeen zijn er een aantal levenswijzes te onderscheiden:
Bodembewonend; de kikkers kruipen door de schaduwrijke strooisellaag van het bos.
Water wordt onttrokken uit dauw en plasjes water op de bosbodem.
In bomen levend; de meeste soorten hebben bromelias nodig voor de voortplanting en watervoorziening.
Beekbewoners; kruipen over stenen langs oevers en springen bij gevaar in het water.
Pijlgifkikkers hebben hun algemene naam te danken aan de indianen van de tropische regenwouden, die hun pijltjes over de giftige (curare) slijmhuid van de kikkertjes wrijven.
De pijlen worden met blaaspijpen op meestal kleinere dieren afgeschoten. De gifpijltjes veroorzaken een vrij snelle verlamming bij bv. aapjes of vogels.
Gifkikkers vallen op door hun uitgebreidheid van felle kleuren. Hiermee schrikken ze vooral hun belagers af, die snel leren dat de kleuren gevaar betekenen.
Gifkikkers zijn meestal 1 tot 7cm groot, slank gebouwd en zeer kleurrijk. De dieren zijn zelden schuw en vertonen vaak leuk gedrag. Ze 'fluiten' veel (mannetjes). Het gemaakte geluid bestaat meestal uit korte, hoge piepjes.
De pijlgifkikkers komen in Zuid- en Midden- Amerika voor, alleen in vochtige, tropische bossen met weinig temperatuursverschillen, en een hoge luchtvochtigheid. Over het algemeen zijn er een aantal levenswijzes te onderscheiden:
Bodembewonend; de kikkers kruipen door de schaduwrijke strooisellaag van het bos.
Water wordt onttrokken uit dauw en plasjes water op de bosbodem.
In bomen levend; de meeste soorten hebben bromelias nodig voor de voortplanting en watervoorziening.
Beekbewoners; kruipen over stenen langs oevers en springen bij gevaar in het water.